Interview met Rob Wesselink - rudy uytenhaak + partners architecten
Samen het stuk touw
de goede kant op trekken
Modulair bouwen is duurzaam bouwen. Het zorgt ervoor dat we efficiënt omgaan met beschikbare materialen en machines, we minder afval produceren en energie verbruiken, transportbewegingen en arbeid reduceren. Daarnaast is het snel en in sommige opzichten goedkoper dan traditioneel bouwen in weer en wind. Dat klinkt als muziek in de oren! Natuurlijk brengt modulair bouwen niet alleen maar voordelen. Een belangrijk nadeel wat veel wordt genoemd, is de beperking in je ontwerp. Juist dáár is Rob Wesselink, Partner Architect bij rudy uytenhaak + partners architecten, het niet mee eens. Hiervoor trekt hij je graag uit het ‘container denken’.
Voor een architect vraagt modulair bouwen, in plaats van stenen en beton stapelen, wel om een nieuwe manier van denken aldus Rob Wesselink: “Of wij anders werken aan een modulair project? Ja en nee. Je hebt te maken met een relatief normaal ontwerpproces. Het vraagt ten opzichte van een lineair ontwikkeld project wel nog meer om een integraal ontwerp. Door de samenwerking die we hebben binnen de NH Bouwstroom, is er een hoge mate van standaardisatie en projectoptimalisatie gekomen. We werken continue aan het product om betere projecten te kunnen maken.”
Het modulaire pad inslaan
Rob symboliseert de start van deze relatief nieuwe manier van bouwen vooral met een andere manier van denken, waarbij de oplossing niet alleen moet werken voor het project maar ook moet bijdragen aan de verbetering van je product: systeemdenken. Rob: “Als je inzoomt op ontwerpopgaves bevat vaak zo’n 80% repeterende onderdelen. Wanneer je zorgt voor een grote mate van standaardisatie in deze onderdelen houd je tijd over voor de uitwerking van de elementen die echt waarde toevoegen. Tegelijkertijd blijf je het product (de 80%) steeds verder fijn slijpen en verbeteren. Voor dat perfectioneren van de componenten in het standaard product hebben we nu tijd en dat levert meer optimalisatie en meer ‘lessons learned’ op voor volgende projecten. Als de bouwsteentjes van het product goed zijn, kan de ‘skin’ meer zorg en aandacht krijgen.”
Repeterende bouwstijlen is niet iets waar we in Nederland warm voor lopen. Corporaties, maar ook huurders, willen niet allemaal dezelfde gebouwen. Wat men wel wil, is een betaalbare woning.
Rob: “Binnen het product streven we naar een hoge mate van lenigheid, waardoor je in projecten flexibel kunt reageren op context en specifieke wensen. Juist die zoektocht, samen met de bouwer en opdrachtgevers, naar lenigheid in het product is erg interessant. De vraag naar betaalbaarheid wordt steeds groter, tegelijkertijd worden de duurzaamheidsambities, even noodzakelijk, hoger. Door geconditioneerd te bouwen en voorspelbaarheid te creëren in het proces kun je betaalbaarheid, duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit samenbrengen.”
De boekenkast optuigen
Interessant is te kijken naar hoe de organisaties dat doen en de sleutel lijkt te liggen in het koppelen van de juiste personen. “We doen dat op meerdere niveaus binnen de organisaties. We zijn begonnen met de organisaties op elkaar af te stemmen op verschillende inhoudelijke niveaus, door personen vanuit Heddes en RU+PA aan elkaar te koppelen. Samen met Schouten Techniek en Pieters Bouwtechniek is vervolgens een raamwerk ontwikkeld en houden we bij waar we producten documenteren en beheren. Kortom, we geven de samenwerking een duidelijke vorm. Er wordt een bibliotheek opgetuigd met alle producten en sub-producten waar we mee werken, zodat iedereen op de hoogte is wat de actuele productstandaard is. ‘We doen het altijd zo’, zeggen ze in de bouw. Nu maken we inzichtelijk wat dat betekent.”
Rudy uytenhaak + partners architecten is een vaste partner en voelt binnen het concept veel vrijheid. “We denken flexibel en samen na over waar het product naartoe moet. Dat vinden we interessant en uitdagend. Ik doe hierbij ook direct een oproep aan andere partijen: ga je verdiepen in een systeem, verbind jezelf als architect aan een systeem om het samen met anderen te verbeteren. De kennis en kunde van ontwerpers is echt nodig om het niveau van dergelijke bouwsystemen zo hoog te krijgen dat het niet meer uitmaakt of je modulair of traditioneel bouwt.”
Toekomst denken en puzzelen
Project VVA Aalsmeer was het eerste modulaire project waar Rob op die manier in de wedstrijd stapte, met het oog op een langere samenwerking. “Wij geloven erin dat standaardisatie een goede kwalitatieve oplossing is. Stap uit het containerdenken om tot een volwaardig bouwsysteem te komen, dat ook qua expressie niet onder doet voor traditionele bouw.”
Inmiddels is ook de Academie voor Bouwkunst betrokken bij onderzoek voor de NH Bouwstroom. Het doel is om modulair bouwen uit de bekende strengpers (langgerekte gebouwen) te halen en met de modules de hoek om te bouwen, in een L- of blokvorm. De projecten van VVA Aalsmeer, Oostzijderpark Blok F in Zaandam en De Tramhalte in Schagen waren hiervoor goede eerste testcases. Deze worden onderzocht en verder doorontwikkeld.
“Als we makkelijker en beter de hoek om kunnen bouwen en stabiliteit, bouwfysica, en ontsluiting slim in elkaar puzzelen, kun je stedenbouwkundige gebouwen in plaats van tijdelijk geparkeerde rijtjes maken. Tegelijkertijd willen we die gebouwen met permanente kwaliteit zo maken dat ze verplaatsbaar zijn. We worden steeds slimmer maar staan tegelijkertijd aan het begin van dit soort flexibele casco’s, die de plaats in kunnen nemen van inflexibele prefab beton- of kalkzandsteen wanden.”
Met name de flexibele casco’s is iets waar Rob in gelooft. De mooiste vergelijking maakt hij met het verlichtingsdenken in de Gouden Eeuw. “Voor het verlichtingsdenken was het beangstigend om iets niet te weten, landkaarten werden dan ook met rijkelijke fantasie ingevuld zonder een idee te hebben of deze vormen klopten. Pas tijdens het verlichtingsdenken durfden we te erkennen dat niet alles bekend was en we onbekende gebieden, ter ontdekking, nog oningevuld lieten. Deze basishouding zouden we ook moeten aannemen om duurzame inzet van onze materialen te plegen: We kennen de toekomst niet en weten ook niet waar we de gebouwen dan voor nodig hebben. Daarom is het verstandig ze flexibel te maken, lenig en slim, zodat je er in de toekomst nog veel kanten mee op kunt. We weten zeker dat de toekomst verandert, maar niet hoe. De enige constante is de verandering.”
Lenigheid voor de toekomst
De functies van gebouwen die nu worden ontwikkeld, focussen zich op het heden. Ervaringen uit het verleden leren ons dat de gebruiksfunctie in de loop der tijd moet worden aangepast. “Je ziet dat een klein deel van de gebouwen op die manier blijft bestaan, maar veel gaat verloren, wordt afgebroken en maakt plaats voor wederom nieuwbouw.” Dit typeert Rob’s blik op modulair bouwen. “Dit product biedt zo veel maatschappelijke meerwaarde. Je kunt heel gecontroleerd omgaan met materialen. Doordat veel meer vaststaat in zowel het product als het proces hebben we tijd om het product door te ontwikkelen met bijvoorbeeld meer biobased materialen. Zodra je deze innovaties projectoverstijgend benadert ontstaat er ook ruimte om, voor bijvoorbeeld een brandproef, specifieke oplossingen te testen die voor een enkel project te kostbaar zijn. Dat doen we nu niet voor één woningmodule maar wel voor een paar honderd woningen.
Hiermee innoveer je dus zowel op productniveau als in de samenwerking en de businesscase. Met elkaar denken we door op het specifieke product, maar kijken we ook naar het proces, de total cost of ownership en de restwaarde ofwel echt een totale scope van het product. Het is leuk om met een grote groep betrokken mensen breder te kijken dan alleen het ontwerpen van één gebouw.”
Het Schoolvoorbeeld
Een mooi voorbeeld dat RU+PA zelf met partners heeft ontwikkeld is het school-bouwsysteem Het Schoolvoorbeeld waarbij, anders dan met modules, een andere vorm van lenigheid speelt die ook uitgaat van systeemdenken. “Voor scholen zit er een behoorlijk probleem aan te komen, wat neerkomt op het transformeren van ca. 8.000 scholen in de komende 26 jaar. Dat is een gigantische opgave. Als je nu al weet dat dit eraan komt, moet je daar op een hoger abstractieniveau naar kijken. Daarmee doel ik op het gebruik van materialen en flexibiliteit in lokalen. Wij hebben een 100% losmaakbaar systeem bedacht dat het mogelijk maakt de school om te bouwen van bijvoorbeeld een lokalen-school naar een leerpleinen-school. Daarbij is ook de installatie- en bouwtechniek zo afgestemd dat ombouwen realiseerbaar is in een week tijd.”
In dit systeem zitten de stopcontacten niet meer in de wanden, staat de wand op de dekvloer en is de koeling/verwarming volledig luchtzijdig georganiseerd. “Als je in een groeiende nieuwbouwwijk nu vier scholen nodig hebt, zoals bijvoorbeeld op IJburg in Amsterdam of Bangert en Oosterpolder in de gemeente Hoorn, weet je ook dat over 20 jaar van die 4 scholen er waarschijnlijk nog maar 2 nodig zijn. De aanwas per plek is onvoorspelbaar. Je weet niet exact wat er in die toekomst nodig is, je weet alleen zeker dat je niet hetzelfde nodig hebt.”
Klaar voor de toekomst
“We zijn klaar voor de toekomst, het nog onbekende. Dat typeert ons. Wanneer je accepteert dat je niet weet wat de toekomst is ga je er met een andere bril naar kijken. Met een andere focus, zonder kwaliteit en esthetiek uit het oog te verliezen. Wat ik heel leuk vind aan de zoektocht die we samen zijn gestart, is dat we als ontwerpers en bouwers, naar elkaar toe zijn gegroeid. We denken vanuit een gezamenlijk belang waarbij iedereen een product wil neerzetten dat zo mooi mogelijk is en tegelijkertijd betaalbaar en duurzaam blijft. Daar zit de meerwaarde in de samenwerking. Dat hebben we gedaan door mensen met hun ambacht en kennis binnen de betrokken bedrijven actief projectoverstijgend te laten samenwerken en zo een juiste flow te creëren. We trekken samen aan hetzelfde stuk touw, " sluit Rob af.
Rob Wesselink, architect/partner bij rudy uytenhaak + partners architecten: een systeemdenker en doener, naadloos strategisch en operationeel schakelend.